Volksziel en hippe plek aan de voet van het Justitiepaleis. Dat de Marollen de volksziel van Brussel worden genoemd, hebben ze oorspronkelijk te danken aan hun ligging tussen de twee omwallingen die de stad liet optrekken in de XIIIde
en XIVde eeuw.
Ten opzichte van de eerste stad is de Marollen een wijk buiten de stadsmuren, die werd bevolkt door ambachtslui. Ze mochten binnen de eerste omwalling gaan werken, maar bij het luiden van de avondklok werden ze netjes weer buiten gezet. Ze schaarden zich rond de kerk van Onze-Lieve- Vrouw-ter-Kapelle, de eerste buitenparochie van de stad. Ook nadat de Marollen binnen de tweede omwalling kwamen te liggen, veranderde er niets aan die vreemde situatie die werd getekend door tal van conflicten en gekrakeel.
De traditionele weerspannigheid houdt ook verband met de beslissing die de leidende klasse nam in de 19de eeuw om het pompeuze Justitiepaleis te laten domineren over de wijk.
De straatjes van de Marollen zijn verbonden door twee parallel lopende centrale wegen: de Hoogstraat, een oude Romeinse baan en de Blaesstraat, aangelegd in de XIXde eeuw. In de buurt van de Blaesstraat wordt elke dag de“Aamêt” gehouden.
De ontwikkeling van de Marollen vond vooral in de 19de eeuw plaats, toen rond het eerste Zuidstation (gelegen aan het Rouppeplein), fabrieken, ateliers, beluiken, gangen en steegjes werden opgetrokken. Het grote aanbod aan werkgelegenheid zorgde ervoor dat veel migranten zich hier later kwamen nestelen.
De laatste jaren ondergaat deze wijk de rush van de verzaveling. Haar authentieke folklore zorgde ervoor dat deze buurt door de jaren heen een toeristische trekpleister werd. Vandaag de dag is deze tevens in trek bij projectontwikkelaars, met een nieuwe mix van bewoners en handelaars als gevolg.
Op 17 juli ontdekken we de wijk met een gids van Korei.