Menu
Sluit zoekveld

Waarmee kunnen wij je van dienst zijn?

Wie zoekt die vindt.

In tijden van een pandemie

In tijden van een pandemie

10 juni 2020 by Yarrid Dhooghe

rechtuit_7_pasteur.tif

Volksvoordrachten en volksgezondheid bij het Willemsfonds.

Volksopvoeding is altijd een van de belangrijkste pijlers binnen het Willemfonds geweest. Inspanning noch kosten werden gespaard en in de voorbije 170 jaar ontwikkelden zich tal van initiatieven, tijd- en plaatsgebonden, maar steeds met één groot doel voor ogen: welvaart en welzijn via emancipatie en kennisoverdracht. Tal van instrumenten werden hiervoor ontwikkeld en gebruikt. Er was het uitgebreide netwerk van volksbibliotheken die ontspanning én vorming boden en er was het eigen publicatiebeleid dat een zelfde doel voor ogen had. Hoger onderwijs voor het volk poogde vorming op tal van terreinen te bieden aan de beter opgeleide leden en dan waren er uiteraard de volksvoordrachten in al hun vormen en gedaanten.

De queeste naar de volksvoordrachten

Naar aanleiding van een projectweek over Gentenaars en hun blik op de wereld, organiseerde Liberas dit jaar binnen het kader van de opleiding geschiedenis aan de Gentse universiteit een onderzoek naar de rol die de volksvoordrachten van het Willemsfonds hierin hebben gespeeld. Acht tweedejaarsstudenten brachten voor het vak Historische Praktijk de volksvoordrachten van de Gentse Willemsfondsafdeling tussen 1868 en 1914 in kaart. Dit leidde tot een boeiend overzicht van een belangrijk aspect van vijf decennia volksopvoeding. Toen kwam corona tussenbeide en de Verleden Week - Een wereldgeschiedenis van Gent, werd voor onbepaalde tijd uitgesteld. Tussen de vele themata waarin de voordrachten werden geclusterd, bevond zich echter ook het thema ‘volksgezondheid en geneeskunde’.

Het onderzoek begon, zoals steeds, in het archief van het Willemsfonds. De jaarverslagen uit deze periode, gepubliceerd in het Jaarboek van het Willemsfonds (1868-1895) en vervolgens het Tijdschrift van het Willemsfonds (1896-1906), werden als eerste doorgenomen, wat enkele honderden datums, titels en sprekers opleverde. Op basis van deze eerste resultaten, werd een tweede onderzoeksronde georganiseerd. De afdelingsverslagen en –archieven boden helaas zelden inzicht in wat zich achter een titel verschool. Teksten van volksvoordrachten werden immers zelden bewaard. De Antwerpse afdeling publiceerde een aantal voordrachtenbundels, occasioneel kwam een aangepaste versie wel eens als artikel terug in het Tijdschrift van het Willemsfonds en in sommige archieven van voordrachtgevers werden losse voorbereidende notities en documentatie gevonden, maar dit bood slechts een fractie van de informatie die nodig was. Een vitale secundaire bron lag hierbij voor de hand, met name het onvolprezen Volksbelang.

Het Volksbelang focuste in de vooroorlogse periode heel sterk op wat in Gent gebeurde, telde ook tal van Gentse Willemsfondsers in zijn redactie en bood daardoor een relatief dekkend overzicht van wat zich in de Gentse afdeling afspeelde. Kers op de taart was de raadpleegbaarheid én doorzoekbaarheid van deze bron via Atlantis, de online databank van Liberas. De bevindingen uit de jaarverslagen werden nu aan een hoog tempo afgetoetst aan de aankondigingen en de verslagen in de pers. Niet alle aangegeven voordrachten bleken te zijn doorgegaan door last minute afgelastingen, andere waren dan weer niet opgenomen in de jaarverslagen maar hadden wel degelijk plaats gevonden. Dit resulteerde in een lijst van niet minder dan 712 volksvoordrachten, waarover in 604 gevallen een al dan niet omstandig verslag werd gepubliceerd.

Willemsfonds en volksgezondheid

Met de deur in huis, volksgezondheid stond niet echt bovenaan de lijst van geprefereerde Willemsfondsthema’s. Mogelijk heeft dit te maken met het feit dat de grote epidemieën in het laatste kwart van de 19e eeuw achter de rug zijn en een zeldzaamheid zijn geworden. Amper 31 voordrachten gaan ondubbelzinnig en uniek over volksgezondheid, goed voor 4,5 procent van het totale aanbod. Kwaal nummer één, en veruit meest voorkomend onderwerp van een voordracht, is tuberculose of tbc, in die tijd nog de ‘tering’ genoemd. Daarnaast zijn ook in een tiental andere voordrachten uitweidingen over volksgezondheid in de breedste zin van het woord terug te vinden, denken we maar aan thema’s als ‘onderwijs en opvoeding’ of ‘de rol van de vrouw’. Deze lezingen vallen in enkele subcategorieën uiteen. Een eerste focust op de gezondheid van de kinderen en jongeren, die, in een industriestad als Gent, makkelijk het slachtoffer worden van ongezonde lucht, onaangepaste voeding en besmet water. In een tweede categorie vinden we de gezondheidsrisico’s die gepaard gaan met alcoholisme en een ongezonde levensstijl, automatisch gekoppeld aan opnieuw de gezondheid van de kinderen. Hun gezondheid wordt in zo’n omstandigheden niet enkel verwaarloosd, ook in hun prenatale ontwikkeling worden zij volgens de sprekers zwaar getroffen. Enig paternalisme is de sprekers hierbij niet helemaal vreemd. Zo legde de arts Ernest Burvenich in een voordracht over De sterfte der kinderen (24 november 1908) de “de verderfelijke gevolgen van dien toestand” bij de “buitengewonen lust tot genieten en de gemakzucht bij de gehuwde vrouw der huidige generatie, waardoor ze niet meer, zooals hare voorgangsters, zich uit gansch hare ziel wil wijden aan de opleiding van haar kroost”. Een derde categorie behandelt de geschiedenis van de geneeskunde en een vierde, in corona-tijden ongetwijfeld de belangrijkste, heeft het over de rol van ‘reinheid’ binnen de moderne gezondheidsleer en de daarop aansluitende voortschrijdende inzichten zowel wat ziekteverwekkers als wat medicijnen en vaccins betreft. Het begrip ‘virus’ is uiteraard nog niet as such bekend maar de rol van vaccineren tegen sommige bacteriële en virale infecties die epidemische proporties konden aannemen, zoals pokken, mazelen, kroep of dyfterie, tyfus, miltvuur of antrax en cholera, was intussen in brede lagen van de medische wereld ingeburgerd. Het werk van Louis Pasteur stond voor velen symbool voor deze vooruitgang. De slotanalyse van de lezing door de huisarts Jozef Vercoullie jr. in de winter van 1912 getuigde in elk geval van een heel groot respect: “Maar de trek welke hem het meest als genie teekent, is zijne behandeling der razernij; nooit had hij de microben dier ziekte gezien en zelfs heden kent men ze niet [rabiës of hondsdolheid is een virale aandoening, red.]; nochtans gaf hij den strijd niet op ../.. De feiten welke Pasteur ontdekte ../.. hadden misschien voor de menschheid belangrijker gevolgen dan de Fransche Revolutie of de veldtochten van Napoleon.”

Een collectie volksvoordrachten ?

Zoals in het begin van deze bijdrage al vermeld, zijn bedroevend weinig teksten van volksvoordrachten bewaard gebleven. Van de 712 Gentse voordrachten werden slechts 25 integrale teksten teruggevonden, zonder uitzondering afkomstig uit Antwerpen waar desbetreffende sprekers dezelfde voordracht hadden gegeven. Inhoudelijk duidelijk onontgonnen terrein bij gebrek aan bronnenmateriaal. En da’s jammer. Bevinden zich in uw afdelingsarchief nog teksten, kladjes, perscommentaren, documentatiemapjes, affiches of aankondigingen van voordrachten uit de negentiende tot eenentwintigste eeuw ? Neem gerust contact op met Liberas, we zullen u met open armen ontvangen !

Bart D’hondt,
met medewerking van Elyse De Laet, Gillian Bilterijst, Leander Bruggeman, Aurélien D’Hondt, Mathias Merchouck, Koen Sergeant, Jari Vanderpoorten en Jeroen Vanderpoorten

Dit artikel is tot standgekomen i.s.m. Liberas en verscheen in het ledenblad Rechtuit, juninummer 2020.

Sluit Mijn Willemsfonds