Waarmee kunnen wij je van dienst zijn?
Wie zoekt die vindt.
Wie zoekt die vindt.
24 april 2020
‘Ik kan blijven doorgaan, want er is ook nummer 11, en 12, en… 107!' zegt Tania. Dit zijn de 10 leestips van onze coach inclusie.
Ik hou heel erg van beeldtaal en van humor. Dit is een snoepje voor het hart en het verstand, vooral wanneer deze twee het niet eens zijn! Heerlijk, zo herkenbaar, af en toe (heel erg 😉) confronterend, super!
Velen weten niet dat ik een introverte persoonlijkheid heb. Dat is niet de persoonlijkheid die gemakkelijk overleeft, of overleefde in het drukke en snelle precorona tijdperk. Introverten (ook wel minder flatterend “hypersensitieven” genoemd) moeten zich opladen als een soort van “would-be extraverte” mensen om in de publieke ruimte te komen. Want extravert zijn is nu eenmaal de maatstaf van de publieke ruimte. Wie niet extravert genoeg is, wordt moeilijk gehoord en begrepen. Behalve nu corona de maatschappij on hold zet. Nu hebben de extraverte mensen het dan weer moeilijk. Wij introverten daarentegen krijgen nu het ritme en de stilte die we nodig hebben. Creativiteit vloeit nu bij ons omdat we ons brein nu beter kunnen horen. Er zijn geen honderden prikkels die ons ervan afleiden.
De gedwongen corona quarantaine voelt voor velen als een gevangenis. Niet voor mij! Ik voel me eigenlijk als een vis in het water in mijn cocon. Schrijven en filosoferen. De wereld trachten beter te maken vanachter mijn laptop. Ik heb er nu alle tijd voor. En ik moet me niet opladen om extravert uit de hoek te komen. Op facebook mijn gedacht uiteenzetten is gemakkelijker dan voor mezelf opkomen in de échte mensen wereld. Zorgbrieven schrijven kost me geen inspanning en gaat me veel beter af dan op bezoek gaan.
De doodles van Maureen Wilson brengen me niettemin wel eens het schaamrood op de wangen, maar dan denk ik weer, ik ben niet alleen, elke introvert zal zich herkennen.
Ik ben een grote fan van de tekeningen van Fiep Westendorp. Dit boekje is in 1973 samengesteld uit reclamewerk. In de jaren ’60 konden consumenten de zes zotte avonturen van hondje Smeerkees en het al even vieze meisje Floddertje verzamelen bij hun aankoop van Nutroma koffiemelk. Dit boekje herinnert mij er aan dat reclame een sterk medium is om eender welke boodschap te brengen. Nu, na een halve eeuw bestaat Nutroma nog. En de boodschap dat ondeugende en rare meisjes eigenlijk creatieve geesten zijn, blijft mij mijn leven bij. Door dit kleine boekje wist ik van kinds af dat je “mag zijn wie je bent, ook al is dat anders dan de anderen”. Floddertje is dan ook hét boek dat ik aan alle kleine en grote kinderen aanraadt.
We kennen Schopenhauer als een verbeten pessimist. In dit boekje van amper 100 pagina’s zien we een minder gekende Schopenhauer. Aan de hand van 50 duidelijke leefregels toont Schopenhauer hoe je midden in een wereld van pijn en lijden gelukkig (of zo iets toch) kan zijn. Vooral de eerste leefregels ontheffen je van de vermoeiende zoektocht naar geluk, een zoektocht die vandaag de dag alles lijkt te overheersen en mijns inziens nét het echte geluk in de weg staat. Voor mij bracht dit boekje gemoedsrust en berusting.
De serie 'Omdenken' bestaat uit uiterst dunne boekjes die iedereen zou moeten lezen. En niet alleen in coronatijd.
De auteur omschrijft zijn term “omdenken” als volgt: “Manier van denken om problemen tot mogelijkheden te transformeren.” Zeker in deze bizarre tijd is het nodig dat we met zijn allen massaal leren “omdenken”. Ik zou het nog scherper willen stellen: corona verschaft ons de gedroomde gelegenheid om post-COVID-19 in een ander tijdperk wakker te worden. Dit is hét momentum van onze generatie om geschiedenis te schrijven want “If we don’t get lost, we’ll never find a new route” (Joan Littlewood). En sowieso is “omdenken” op zichzelf beter dan bij de corona (wc-papier)pakken te gaan zitten.
Het is alsof ‘Omdenken’ van Berthold Gunster door Malcolm Gladwell van naadje tot draadje uit de doeken gedaan wordt. De ondertitel vat het boek als volgt samen: “How little Things can Make a Big Difference”. Niet dat ik COVID-19 een “little thing” wil noemen. Het thuis zitten is dat wel, toch in het perspectief van de onmeetbaarheid van tijd en ruimte. Wat is enkele maanden thuis zitten in vergelijking met de oneindigheid van tijd? Niets. Het is een “tipping point”, “a little thing” that sets the house on fire! We zijn nog maar enkele weken ver en we zijn er ons al van bewust dat het nooit meer hetzelfde zal zijn. Corona loste veel zaken instant op. Zaken zoals de files die onoplosbaar leken, zijn opgelost. Mensen die niet uit de mallemolen geraakten en in een burn-out dreigden te sukkelen, staan opeens op de grond en de grond schuift niet meer onder hen uit. Dit is hét momentum dat een einde maakt aan het jarenlange roepen in de woestijn. Wetenschappers hebben nu het empirische bewijs dat ons gedrag wél een groot verschil maakt voor de luchtzuiverheid. Grafieken tonen weldra aan wat zij al jaren zeggen. De naakte feiten zullen nooit meer weerlegd kunnen worden. Geen ge-ja-maar meer. Na corona… is de wereld anders.
Dit boek is zo mooi, dat ik erin kleuren zonde vind. Het staat vol van minuscuul gedetailleerde kobolds, buitenaardse vampiers, speelgoedsoldaatjes, deltavliegende aliens en krokohondjes, magische plantjes en vreemde voorwerpen. Al die wezentjes en dingetjes verworden samen tot reusachtige dieren. Naar elke prent kan je uren kijken zonder dat je alles kan vatten. De complexiteit van de afbeeldingen creëren een wereld waar ik graag in verloren loop. Ik hoef niet te kleuren om het bijzondere te ervaren. De zoekopdrachten in het boek leiden de fantasie in mijn hoofd en brengen me tot telkens nieuwe vondsten en mysterieuze taferelen. Voor degenen die het er toch op wagen om iets bij te dragen aan dit zwart-wit kunstwerk, is het kleurpallet voor al die kleine figuurtjes en spulletjes eindeloos.
Fiep Westendorp tekent één lijn en vertelt daarmee een heel verhaal. Een verhaal dat zo helder en eenduidig is en tegelijk zo vatbaar voor persoonlijke interpretatie. Joyce Roodnat beschrijft wat zij ziet in de tekeningen van Fiep. Elke duo tekening-tekst is een kleine praline. Als je niet oppast, eet je de hele doos gelijk leeg. Maar dat wil je niet, want je wil dat deze doos nooit opgeraakt en er altijd nog een verrassende frivoliteiten te ontdekken zijn.
Bent Van Looy schrijft over deze hilarische inkijk in het dagdagelijkse leven van Pablo, de hond en Pedro, het baasje: “Onder een delicaat laagje hoogst verrukkelijke woordenslagroom schuilt de meedogenloze crumble van de waarheid. Pedro doet het!” Daar kan ik niets aan toevoegen. Alleen dit misschien. Het is geen geheim dat ik enorm hou van de beeldende taal zoals die van Paul Van Ostaijen. De bladspiegel van dit boek staat bol van deze uitroepende en vloekende beelden om van te smullen. Vervolgens word je weer gedwongen om naar de tippen van je schoenen te kijken.